Vlak nadat het rookkanaal van de schoorsteen rond 14.45 uur vlam vatte, verspreidde de brand zich over de hele lengte van de schoorsteen. De brand trof ook de zolder, waardoor delen van het dak begonnen te smeulen. Ook woedden er vlammen tussen de muren van het huis. Op dat moment stonden de bewoners al veilig buiten. Om bij het vuur te komen, moest de brandweer delen van de buitenmuren slopen met een klauwhamer.
Daarna moesten vanaf een hoogwerker ook verschillende dakpannen worden weggehaald. Uiteindelijk moest ook de schoorsteen zelf eraan geloven: hele delen van de bakstenen buitenkant werden gesloopt. Zo kon de brand in de schoorsteen en op de zolder blussen makkelijker van buitenaf worden geblust.
Omdat het vuur toen alsnog met geen mogelijkheid onder controle te krijgen was, kwam een ‘cobra-systeem’ naar Oudheusden. Dat is een soort hogedrukspuit waarmee gaten in muren en zelfs beton worden gespoten. Met verneveld water kon de brandweer onbereikbare delen van de woning alsnog blussen.